Folklore
Previous
Next
 
Home

Date of issue: 14th of September 1985.

OBC/COB numbers: 2184-2185

 

Created by: Désire Roegiest / J.Malveaux

Perforation: 11 1/2
Size: 24 x 35mm
Composition of the sheets: 30
Printing Process: Screendeepprint
Number of plates: 1-2
Printing Run: 2184- 3.200.000ex ; 2185 - 2.700.000 ex
Paper: P5 ( see paper Types )

2184 - 12F - Mattetaart of Geraardbergen
2185 - 24F - La Jeunesse-Les Rouges

INFO

Het is ondenkbaar dat iemand op bezoek of op doortocht in de streek van Geraardsbergen, deze zou verlaten zonder van de lekkere mattentaart te hebben geproefd en, of te hebben meegenomen. Deze lekkernij door de bakkers met zorg en liefde gemaakt, is een uniek serieproduct dat nergens anders te vinden is en bekend is tot over de grenzen. Hoewel men over de oorsprong weinig weet, gaat de geschiedenis van de mattentaart terug tot in de Middeleeuwen. De naam "Matte" – Matton, vindt men terug in oude dialecten uit Duitsland, Frankrijk en Vlaanderen en steeds beduidt het gestremde of geronnen melk. (Abbé Delcourt – Histoire de la tarte au Matton). De mattentaart is een traditioneel en veelgeprezen dessert in de Heuvelstreek langs beide zijden van de taalgrens – te Geraardsbergen vindt men ze op alle feesten. (M.V. Kerckhoven in "De Vaandrig"). De kasteelheren uit de Middeleeuwen dronken de beste wijnen en eindigden bun gastronomische eetmalen met de beste mattentaarten. In het nu verdwenen kasteel van Schendelbeke werden er, zo zegt de overlevering (Cl. Van Daele, rustend bakker), sinds heugelijke tijden reeds mattentaarten gegeten. De kwaliteit van de melk is bepalend voor de kwaliteit van de matten. De bodemgewassen in de streek van Geraardsbergen zijn een heel belangrijke factor als voeder voor het melkvee, dat tenslotte de producenten zijn van het basisproduct, "de melk". Door het toevoegen, aan de matten van eieren en suiker bekomt men de vulling van de mattentaart. En zoals iedere bakker zijn specifiek brood bakt, zo gaat het ook met de mattentaart, de smaak verschilt van bakker tot bakker. Een ding staat vast, lekker zijn ze. In 1979 werd de Broederschap van de Geraardsbergse Mattentaart gesticht, om in samenwerking met het Stadsbestuur en allen die welke wijze ook willen meewerken, te waken over de kwaliteit van de mattentaart. (Tekst welwillend medegedeeld door de Broederschap van de Geraardsbergse Mattentaart).

Het gebied van de Benedenmaas is een van de streken van ons la waar men de folklore levend heeft weten te houden doorheen de loop der jaren en de mentaliteitsveranderingen. In Hermalle-soi Argenteau, een klein dorpje met 2500 inwoners, worden, ondanks alle invloeden, de overgeërfde tradities in ere gehouden, en dit jaar bestaan de ‘Cramignons" honderd jaar in Hermalle. De "Cramignons" vormen de meest opmerkelijke uiting van de typische folklore van de dorpjes die stroomafwaarts liggen van de jarige stede. Jonge mensen, de jongens in een wandelpak en de meisjes in een lange jurk, trekken dan in paartjes door de dorpsstraten. / de avond valt, keren ze terug naar de zaal van hun respectieve club terwijl ze een lange mensenketen vormen die door de straten kronkelt. Deze keten noemt men dan een "cramignon". De fanfare begeleidt ze met de folkloristische muziek van hun eigen club of vereniging Er bestaan inderdaad meerdere verenigingen. Rond 1870 ontstonden er uit de politieke scheiding tussen Katholieken en Liberalen twee zangverenigingen: de Liberalen namen de korenbloem als symbool en men noemde ze de "Blauwen". De Katholieken kozen de klaproos een andere bloem die men in deze streek veelvuldig aantreft. Men noemde ze de "Roden", De koren leerden de solfège zodat ze fanfares konden vormen die gelegenheid van de feestelijkheden in het dorp opstapten. De oorsprong van de stoet ligt in een oude legende. Wanneer ze terugkomen van een avondje uit, hielden de jongeren elkaar bij de hand (afwisselend een jongen en een meisje), om op die manier hun angst voor de duisternis te overwinnen. Hierbij zongen ze dan hun eigen liedjes. De leider van deze "cramignons" noemde men "kapitein". Hij hield een stok in de hand. die later werd vervangen door een bloeiende ruiker. Zo zouden de "cramignons" tot stand zijn gekomen. Roden en Blauwen proberen elkaar nu ieder jaar opnieuw de loef af te steken door de grootste stoet (met het grootste aantal paartjes) en de mooiste stoet (met de best uitgedoste paartjes) te vormen. De winnaar is die groep die erin geslaagd is de grootste "cramignon" te vormen. De overwonnene wordt dan vergast op het vernederende gezang van "La daye ' Maar de overwonnene kan zich, hoewel zijn stoet minder paartjes telt nog altijd beroepen op de stelling dat hij de mooiste uitgedoste paart heeft, en zich aldus het recht toe-eigenen en ook "la daye" te zingen Dat veroorzaakt een uiterst spectaculaire muzikale confrontatie, des te meer omdat de mensenketen zich blijft inspannen om de beste worden door de "cramignon" verder uit te breiden, Dit alles vindt plaats gedurende het laatste weekend van augustus (Tekst welwillend medegedeeld door de "Cercle St. Lambert" van Hermalle-sous-Argenteau]. (*) Waals woord dat "nederlaag" betekent.

 

.

.

.

.

.

.

.

.